De culturele uitwisseling tussen Europa en Latijns-Amerika heeft met zekerheid de meeste traditie en is
tevens het meest complex. De jaren veertig en vijftig zijn in de tentoonstelling vertegenwoordigd met
voorbeelden uit het oeuvre van Wilfredo Lam en Lygia
Clark. Hierin zijn typisch Europese stijlprincipes zoals
surrealisme en constructivisme verrijkt met Afro-Cubaanse elementen en interactieve experimenten.
De werken belichamen het spanningsveld tussen een niet-Europees karakter enerzijds en de Europese
symbolentaal van de werken anderzijds, hetgeen ook de positie van de jongere generatie kunstenaars
bepaald.
De verschillende gebieden van de tentoonstelling zijn in drie thematische hoofdstukken verdeeld.
Het eerste hoofdstuk is gewijd aan het thema 'Archieven van het bewustzijn' en herinnert aan de
complexe cultuurhistorische vervlochtenheid van de continenten. Het genot van de postmoderne
ars combinatoria wordt in de werken van Herman Braun-Vega,
Alicia Paz, Ofelia Rodriguez
en Jack Vanarsky vermengd met de surrealistische traditie. De
andere kunstenaars uit deze sector zoeken naar kunstzinnige ingangen voor een overkoepelend, gezamenlijk
weten en begrijpen. Ze wijzen op globale geheugenstructuren, bijvoorbeeld door middel van nieuwe
universele talen (Betty Leirner), klanken en geuren (Oswaldo
Marcia), relicten uit de wegwerpmaatschappij (Milton
Machado) en museale vondsten (Julio Villani).
'Lichaam en vervreemding' is de titel van de tweede groep. Hier staan het zoeken naar oriëntatiepatronen,
het tot uitdrukking brengen van vreemdheid en kwetsbaarheid en - vanuit een productieve visie -
het aansporen tot een dialoog en tot wederzijdse tolerantie centraal. De installaties, objecten en
video's van Lucia Nogueiras, Gabriel
Orozco, Maritxu Otondo, Miguel
Rothschild, en Daniel
Chust Peters stimuleren net als de plastische werken van Frida
Baranek en Pablo Reinoso een kunstzinnige dialoog tussen
het 'ik' en zijn omgeving.
In het derde gedeelte wordt 'Europa: het wezen van gebrek' in de blik van de actuele kunst gevangen. De
nationale context van kunst komt in dit gedeelte tot een einde. Jota Castro
's actiekunst heeft geen betrekking op de dialoog tussen Latijns-Amerikaanse en Europese kunst,
maar maant tot het opgeven van nationale beperkingen en tot het erkennen van globale verbanden. Rirkrit
Tiravanija ontwerpt installaties en video's die de grenzen van instanties
die kunst beheren, verkennen en die deze grenzen regelmatig op een satirische manier te buiten gaan.